‘Ek is bitterlief vir jou’
Is een prachtige uitdrukking in het Afrikaans
die zoveel wil zeggen als
‘Ik zie u doodgraag’
of
‘Ik hou zielsveel van jou’
Maar een woord als BITTERLIEF is onmogelijk om echt te vertalen.
En waarom zouden we ook.
We kunnen het gewoon invoeren in het Nederlands,
zoals ‘streelpaneel’ voor ‘touchscreen’,
of ‘Loerbroer’ voor ‘Big Brother’.
Het moet ergens in 2021 zijn geweest. Ik zit bij mij thuis in Wachtebeke, samen met producers Jo Francken en Pieterjan Maertens te luisteren naar mogelijke songs voor een nieuwe cd. Op een bepaald moment vragen ze mij : ‘En…heb je nog meer…?
Ik zei: Ja, ik heb nog een paar nummers in het Afrikaans maar die hou ik voor een ander project rond die taal.
Waarop Jo zei: ‘Maar allez, zo gaan we niet beginnen, ge moet doen alsof dit uw laatste plaat is en dan moeten de beste stukken erop’. Vervolgens liet ik ‘Bitterlief’ horen en was het pleit beslecht. Die moest bij de verzameling en het was ook gelijk de titel voor de cd.
De werksessies in Wachtebeke waren top. Woorden en akkoorden werden onder een loep gelegd. Twee vriendelijke pitbull terriërs die nooit loslaten brachten mij terug in de stroom van songwriting op alle vlakken. Ik nam de tijd en door Covid was die er ook in ruime mate.
Met ‘Bitterlief’ ging ik terug naar hoe ik ooit begon op een bovenkamer in de Lange Nieuwstraat in Antwerpen waar de hele eerste cd werd geschreven zonder enige druk van tijd.
Zo ontstond deze verzameling songs in die onwerkelijke Covid-tijd.
Toen het virus ons leven begon te bepalen worstelde ik nogal met de angstdoctrine waar we in terecht kwamen, wist niet wat ik er mee moest want het leven moet voor mij een avontuur zijn.
Het werken aan deze verzameling liet mij voorbij die tijd denken en Covid werd daardoor juist geen thema.
We zochten vooral songs zonder houdbaarheidsdatum.
Toen we een lijst van liedjes hadden werden die eerst opgenomen met piano en gitaar om ze vervolgens verder uit te werken. Fijne manier van werken omdat een song met een enkel instrument zichzelf staande moet kunnen houden in de wereld van theater waar ik thuiskom.
Het is een reis door de tijd
We zitten in een trein
Het landschap schiet voorbij
Drie zinnen die ik schreef als opening voor ‘En wij vergeten soms te dromen’ en die niet gezongen worden op de cd maar wel de richtlijn zijn voor wat ik zoek. Songs als muzikale foto’s van een reis door de tijd die ons leven voor mijn gevoel is. Soms noem ik het ook muzikale journalistiek …. Want het is vooral de werkelijkheid die mij laat schrijven. Uitzichten, ontmoetingen, mensen die mij raken, ontroeren of verontrusten. De praktische wereld van muziek is me altijd nog een beetje vreemd.
Toen ik begon nam ik een hoge vlucht met het album ’Is dit nu later’ en ik moest me verhouden met roem, kritiek en aanverwante afleidingen. Maar ik hield me vast aan een zin van de filosoof Nietzsche die Joni Mitchell gebruikte om haar loopbaan te kenschetsen ‘Twee punten en een rechte lijn’, oftewel op zijn Vlaams:
‘Gewoon uw ding blijven doen en niet de mode volgen om in de race te blijven’.
Een journalist schreef een paar jaar geleden naar aanleiding van een concert hetvolgende : ‘Deze man heeft, steeds verder weg van mediageniek vertoon, een eigen stijl gevonden die nu in volle rijpheid open gebloeid is’.
Ik las die zin en dacht…ja dat klopt. Mijn begin was niet smetteloos, ik hield me teveel tegelijk bezig met vanalles en nog wat.. Schrijven voor de ene en de andere, , een half jaar de buurman van Samson zijn, in de achtergrond op een songfestival de zin ‘Toeptoeptoepbidoea’ zingen…maar ik kijk daar met een glimlach op terug omdat ik daarna steeds meer mijn eigen weg heb gevonden en ik denk nu : ‘Beter zo te beginnen dan zo te eindigen’.
Deze cd is daarvan een goed voorbeeld. Ik sta in bloei. Dat voel ik ook op een podium. Shaffy heeft me geleerd dat het niet om de zanger gaat maar om het lied en dat kan ik, nu de 60 voorbij, in praktijk brengen. Ik ben een laatbloeier op alle vlakken.
Een laatbloeier die iets heeft van een eenzaat, een heremiet en tegelijkertijd graag onder de mensen is want daar ligt de voedingsbodem voor een song, niet in mijn hoofd. Ik moet een lied niet zoeken, ik kom het tegen.
Het werken aan deze cd heeft me wakker gekust in de surrealistische tijd van Covid. Later in die periode sloeg het noodlot toe in ons privéleven door het verlies van twee dierbaren en een zoon die balanceerde op de rand van het leven, maar als een godswonder nu weer de Tafelberg beklimt.
In die tijd voelde ik hoe je opeens uit de werkelijkheid kunt worden geslingerd en als kleine kwetsbare mens in die grote ruimte staat van tijd en universum waar ons leven aan een mooie maar ook zijden draad hangt zonder dat we het vaak beseffen. Misschien werd me toen pas echt duidelijk waarom Jo Francken zocht naar songs zonder houdbaarheidsdatum want opeens leek het de soundtrack te zijn van mijn leven zoals het was en is op dat en dit moment.
Muziek kan de wereld niet veranderen maar je kunt er wel in thuiskomen als er even geen dak boven je hoofd is in gedachten.
Stef Bos
Kaapstad
Februari 2023
Continue reading